Eerst geen mobiel, dan geen internet en zelfs geen stroom, hoe houd je dat in deze tijd nog vol? Ik ga het allemaal uitleggen.

Eergister, donderdag, werd ik helaas behoorlijk ziek wakker, ik denk iets verkeerds gegeten. Na een tijdje op de wc te hebben doorgebracht toch maar richting het ontbijt, waar 2 Duitse jongens zaten die hetzelfde gingen doen als ik. Een van hen had ook last van zijn buik, dus we hadden direct wat gespreksonderwerpen. Ik heb met moeite 1 wit broodje gegeten, ondertussen werden de Duitse jongens opgehaald, en ik werd 45 minuten later dan gepland dan ook opgehaald bij mijn hostel om aan mijn avontuur op een eiland in het Titicacameer te beginnen. Blijkbaar had het vrouwtje die me ophaalde ook door dat ze te laat was, dus ik werd letterlijk in een taxi gegooid en vervolgens beveelde ze de chauffeur dat hij moest racen naar de haven, waar inderdaad al een overvolle boot om mij lag te wachten. Met een beetje schaamte toch maar ingestapt en de boot  voer dan ook meteen uit.

Als eerste voeren we naar de drijvende Uros eilanden. Dit waren eilanden in een soort van baai die opzichzelf dreven. Deze eilanden zijn door die mensen zelf gemaakt van een soort bij elkaar geknoopte blokken turf met heel veel riet erbovenop. Per eiland woonden er ongeveer 15 mensen, die met 5 personen in een mini rieten hutje leefden. In totaal waren er rond de 60 drijvende eilanden die als een grote groep dicht bij elkaar lagen, verscholen in het riet. Op de eilanden spraken de mensen een taal die nergens anders gesproken wordt, het heette Amanti (dacht ik). De mensen liepen allemaal hele dagen in bijzondere klederdracht. Ze droegen een soort goedkope trainingspakken om warm te blijven en daaroverheen mooie rokken, bloezen en prachtige banden om hun buik. Op het eiland was het de bedoeling dat we handwerk dingen van deze mensen kochten, om ze zo financieel te ondersteunen. Ik heb dan maar een tekening gekocht van eens schattig meisje op het eiland. Ook heb ik met de kleine jongetjes gevoetbald en heb ik ze zelfs leren hockeyen met gedroogde rieten sticks.

Nadat we dit eiland bezocht hadden zijn we doorgevaren naar het (vaste) eiland Amantani, waar we die nacht zouden verblijven. Het Titicaca meer is het hoogste meer ter wereld en ligt op 3800 meter hoogte, kun je je voorstellen dat deze eilanden die meters boven het meer uittorenden gewoon nog hoger liggen! Mijn reisorganisatie was vergeten te vertellen dat het handig was om het grootste deel van mijn spullen op het vaste land te laten in mijn hostel, dus ik was dan ook de enige van de hele boot die met zijn volledige backpack van 16 kg op het eiland kwam aanzetten. Nu bleek mijn familie waar ik ging overnachten op het eiland ook nog eens ongeveer op het hoogste punt te wonen. Dus ik mocht met mijn zieke buik en mijn volledige bagage een hoogteverschil van 400m overbruggen op een hoogte van rond de 4000m waar ademen al niet makkelijk is. Ik heb wel eens zwaar getraind, maar dit viel toch echt wel tegen. Na bijna een uur lopen kwamen we dan ook eindelijk aan bij het huisje waar mijn familie woont.

Ik sliep bij hetzelfde gezin met 2 Brazilianen die verbazingwekkend genoeg goed Engels spraken. Eerst dacht ik dat het een koppel was, dus leek het me wat vreemd om bij hen op een kamer te liggen. Maar ze bleken elkaar ook maar toevallig van een fotocursus te kennen. Omdat er geen elektriciteit of stromend water op het hele eiland was, was het toch wel fijn om met zijn drieen op de kamer te liggen, zodat je toch nog wat te doen hebt en je kon zo ook elkaars zaklapen gebruiken. Na een enorme regenbui zijn we met de hele groep van de boot gaan hiken naar de tempel op de top van het eiland. Een oudere man van onze boot begon halverwege ontzettend te wankelen en viel daarna vlak voor mij flauw. Toen kwamen de beste medicijnen tegen hoogteziekte uit de zakken van de gidsen: cocabladeren en sterke alcohol. Uit principe gebruik ik geen drugs, dus ik heb zelf de cocabladeren nog niet geprobeerd, maar ieder ander gebruikt ze tegen hoogteziekte. Gelukkig heb ik nog niet echt last gehad van hoogteziekte behalve dat ik af en toe wat licht in mijn hoofd en sneller moe ben.

Die avond werd het zoals altijd iets na 6 uur donker. Normaal is dit prima, maar op een eiland zonder electriciteit en dus ook zonder enig licht is dit behoorlijk wennen. Zelfs normale dingen als in je tas zoeken en naar de wc gaan (waar ook al geen stromend water was) werden toen behoorlijk lastig. Na een super lekker diner in het hutje bij die mensen werden wij aangekleed in de traditionele kleding van het eiland. Met de hele familie en alle andere families van die stam en de toeristen zijn we naar een soort feest gegaan. Iedereen was gekleed in de traditionele kleding en er werd lokale muziek gespeeld, dus moesten we ook de lokale dansen uitvoeren. Nu dacht ik dat wij Nederlanders weinig ritmegevoel hebben, maar deze mensen hebben het helemaal niet. Ze rennen maar wat rond in een kring en doen een eigen vorm van de polonaise.

’s Avonds was het ontzettend koud op het eiland, dus zonder verwarming was het dan ook fijn dat we 5 dekens hadden gekregen om onder te slapen. Na een goede nacht kregen we dan ook een goed ontbijt, pannenkoeken!! Na het ontbijt moesten we alweer afscheid nemen van onze familie. De communicatie met hen was overigens niet zo makkelijk omdat hun eerste taal ‘Quechua’ is, dit is de originele taal die de Inca’s ook spraken. Hun 2e taal was Spaans, dus je moest geluk hebben als iemand in je familie Spaans sprak, in onze familie was dat alleen de zoon. We hebben nog een paar foto’s genomen en zijn toen teruggegaan naar de boot. Eerst zijn we nog aan een ander, redelijk vergelijkbaar eiland gevaren, waar we een heerlijke lunch hebben gekregen en daarna weer 4 uur op de boot terug naar het vaste land, terug naar Puno.

In Puno had ik weer hetzelfde hostel als de dag voor mijn avontuur. Hier ben ik dan ook heen gebracht, behalve dat er een enorm festival in de stad was en ik toch nog een paar honderd meter dwars door de parade heen moest lopen met mijn backpack. Toen ik eindelijk in mijn hostel was heb ik eerst een beetje gerust en vervolgens wilde ik gaan eten. Ik vroeg van te voren even aan de man van mijn hostel hoeveel tijd ik de volgende dag moest rekenen om op het busstation te komen om naar mijn volgende bestemming Cusco te gaan. Hij vertelde me dat er overdag helemaal geen bussen meer rijden vanwegen een enorme landelijke staking die dagen duurt, maar mijn bus zou toch echt om 8 uur ’s ochtends gaan.. Ik vroeg hem dan ook om deze organisatie voor me te bellen. De vrouw aan de telefoon vroeg aan de man of ik Spaans sprak, en dus kreeg ik een ratelend Spaans sprekend vrouwtje aan de telefoon. Het enige wat ik uit haar verhaal kon opmaken was dat mijn bus voor de volgende ochtend gecancled was door de staking en dat ik kon kiezen uit de nachtbus dezelfde avond nog of de nachtbus de avond daarna.

En dus zat ik gister avond nog in de nachtbus naar Cusco, in plaats van in mijn hostelletje in Puno (waar ik al wel voor de nacht betaald had). Gelukkig hadden de 2 Duitse jongens die ik eerder gesproken had in mijn hostel hetzelfde probleem met de trein die ze zouden nemen, waardoor wij toevallig in dezelfde bus zaten. Onze bus kwam vanochten om half 5 aan in Cusco. Alles was natuurlijk nog dicht en we zijn met de taxi naar het hostel gebracht waar ik geboekt had. Gelukkig hadden ze een kamer voor ons alle 3 dus hebben we gezellig met zijn 3en kunnen wachten totdat we onze kamer in konden om 13u. Ondertussen hebben we al zoveel nieuwe leuke mensen leren kennen waarmee we vandaag al een stadstoer gemaakt hebben en waarmee we vanavond ook weer gaan eten!

Behalve de vervelende kou in de avonden en ochtenden is dit dus weer een topplek waar ik me de komende dagen lekker kan voorbereiden op de Inca trail.